Opvoedtip van de maand:
Mama, ik wil een hond!
Heel veel
kinderen willen graag een huisdier. Een kleine puppy of kitten lijkt zo
schattig. Toch is er veel om rekening mee te houden.
Het hebben van een huisdier kan een echte meerwaarde zijn in je gezin. Er is uit heel wat onderzoeken bewezen dat een huisdier bijdraagt aan een psychische gezondheid, daagt je uit tot meer beweging (wandelen) en kan kinderen helpen leren zorgen en verantwoordelijkheid te nemen, maar ook het empathisch vermogen vergroten. Veel mensen (dus ook kinderen en jongeren) ervaren vriendschap en steun bij hun huisdier.
Dit klinkt heel mooi en als dierenliefhebber juichen we dit graag toe. Een belangrijke voorwaarde hiervoor is dat je een dier kiest dat bij je gezinssituatie past én dat het dier zich goed voelt. Vaak wordt dit vergeten, maar dit is net zo belangrijk. Net als bij kinderen gaan ook dieren die zich goed en gelukkig voelen beter gedrag vertonen dan als ze stress of frustratie ervaren.
Bij de komst van een kind in een gezin veranderd heel wat en dat is ook zo bij de komst van een huisdier. Het is dus belangrijk om deze keuze even doordacht te maken en hier tijd voor te nemen. Welk huisdier wil je? Heb je een tuin? Heb je voldoende tijd voor zorg en aandacht te geven? Is het dier lange tijd alleen? Wat als je op uitstap of vakantie gaat? En daarnaast is het belangrijk rekening te houden met het kostenplaatje dat een huisdier met zich meebrengt.
Kinderen vinden kleine dieren erg schattig, maar deze dieren worden groot. Het is dus belangrijk om ook te kijken naar volwassen dieren en wat kinderen daarvan vinden. Jonge dieren moeten bovendien nog heel veel leren: zindelijk worden, ze hebben nog scherpe nagels en tanden, weten nog niet dat ze niet aan je kleren mogen trekken of kinderspeelgoed kapot mogen bijten, moeten nog leren wandelen aan een leiband... Dit vraagt heel wat tijd en energie.
Daarnaast is het belangrijk om te kijken of het dier graag kinderen (en drukte) rond zich heeft en tegelijk belangrijk dat je je je kinderen leert omgaan met dieren vb. het dier niet storen als het eet of slaapt. Wat vindt het dier leuk of wanneer heeft hij er genoeg van? Maar ook je kind op een goede manier leren aangeven aan je dier als iets niet mag of oké is.
Dieren maken met hun gedrag duidelijk als ze iets niet leuk vinden door bijvoorbeeld weg te kijken of uit de situatie proberen te gaan. Het is belangrijk dat kinderen (en volwassenen) die grenzen van het dier zien en respecteren.
De keuze voor een huisdier maak je niet zomaar. Het is een hele boterham om overal aan te denken en mee rekening te houden, maar een harig, fluffy vriendje in huis of tuin kan voor heel wat vreugde en (knuffel)plezier zorgen.